Ga zelf lekkere Berlijnse bollen bakken, gevuld met banketbakkersroom volgens makkelijke stap voor stap recepten van Piet Huysentruyt.
Het recept dat Piet verbetert bevatte teveel vet (100 gram boter + 200 ml room). Door het vele vet en in verhouding weinig gist, kan de gist het vet niet naar omhoog duwen.
Zorg ervoor dat het water lauw is en niet heet (het moet met je vinger nog aangenaam warm aanvoelen): boven de 45 graden C sterft de gist af.
Tijdens het rijzen van de bollen dek je af met een droge handdoek. Op de bollen komt zo een droog korstje dat ervoor gaat zorgen dat de bollen niet te veel vet gaan opslorpen.
Berlijnse bollen recept
- 1000 gram bloem
- 50 gram verse bakkersgist
- 80 gram hoeveboter op kamertemperatuur
- 450 ml lauw water
- een snuifje zout
- 80 gram griessuiker
- 2 biologische eieren
- indien gewenst: vanille-essence of vervang 10 gram griessuiker met een pakje vanillesuiker (Piet gebruikte in 2005 natuurlijk zijn vanille molentje, maar dat is alweer uit de handel verdwenen)
Voor de afwerking:
- banketbakkersroom of vanillepudding
- bloemsuiker
Berlijnse bollen maken
- Doe het lauwe water in een kommetje of maatbeker, breek er de verse gist in en roer verder los met een handklopper.
- Doe de bloem in een grote kom, maak een kuiltje in het midden en strooi het zout op de buitenkant op de bloem, zo ver mogelijk weg van het kuiltje.
- Giet het gistwater in het kuiltje, breek er ook de eieren in en de in stukjes gesneden boter en begin met de hand door elkaar te mengen.
- Van zodra de bloem van de rand van de kom begint los te komen, kan je verder kneden op een werkvlak waar je een klein beetje bloem overstrooit. Het deeg zal ietwat plakkerig blijven tijdens het kneden. Blijf kneden tot het zetmeel goed al het vet van de boter heeft opgenomen.
- Bol het deeg zo goed en zo kwaad dat gaat op, doe terug in de kom, dek af met plastiekfolie en laat een half uurtje rijzen (indien mogelijk op 40-45 graden) tot het volume ongeveer verdubbelt is.
- Als het deeg gerezen is, strooi je weer wat bloem op een werkvlak, stort er het gerezen deeg op uit, bol even op en rol tot een dikke worst. Het deeg mag niet meer aan je handen of de tafel plakken.
- Voor 1 kilogram bloem heb je 30 bollen, dus verdeel de lange worst in 30 kleine deegstukjes.
- Neem 1 deegstukje, plooi de buitenkanten naar binnen en bol op het werkvlak verder op. Leg met de onderkant naar omlaag op een bebloemde bakplaat of werkvlak: laat plaats tussen het deeg zodat de bollen kunnen rijzen.
- Bedek met een droge vaatdoek en laat opnieuw een 20 tal minuten rijzen tot het volume praktisch verdubbeld is.
- Leg dan de bollen voorzichtig in frituurvet van 170-180 graden: je zal de Berlijnse bollen tijdens het bakken zien opzwellen, dus niet bollen tegelijk in je frituurmandje. Draai de bollen tijdens het bakken 4 keer om en bak in een 8 tal minuten goudbruin.
- Laat de bollen uitlekken op keukenpapier, snijd ze middendoor, vul met banketbakkersroom en werk af met bloemsuiker.