Neem 2 even grote kommen: 1 voor het deeg en 1 voor het eiwit. Smelt de hoeveboter in de microgolfoven of in een pan tot ze net gesmolten is.
Neem een kom. Zeef er de bloem in. Doe er een kuiltje in, voeg de 3 eigelen toe en meng met een garde.
Klop met een garde en meng er de gesmolten boter onder: tot een homogeen beslag.
Meng er tenslotte de melk onder en klop tot een glad deeg: zonder klonters.
Klop in een andere kom de eiwitten en 3 eetlepels suiker met een elektrische mixer met kloppers op volle snelheid. Beweeg met de kloppers in alle richtingen in de kom: zodat al het eiwit overal goed wordt opgeklopt. Van zodra het eiwit wit schuimig wordt, voeg je er de overige 3 eetlepels suiker aan toe en blijf verder kloppen tot het eiwit zo stijf is dat je de pot boven je hoofd kan omdraaien.
Spatel het vaste eiwit onder het deeg: van zodra het helemaal gemengd is, is het deeg af.
Neem een wafelijzer voor Brusselse wafels (in dit voorbeeld gebruikt gastchef Pieter echter vormen voor 2 gewone wafels met mini-ruitjes... niet aan te raden!) en boter het met een borsteltje in.
Schep met een pollepel het beslag in het wafelijzer (1 tot anderhalve pollepel per wafel) en verdeel goed over de plaat. Sluit het wafelijzer en als er deeg uitloopt, weet je dat je de volgende keer iets minder beslag moet opscheppen.(Dus beter de eerste keer teveel zodat je daarna de juiste maat kan inschatten. Herinner hoeveel deeg je erin schept: zodat je weet hoeveel deeg je nodig hebt voor je tweede en volgende wafels... Zonder dat er teveel deeg uit het ijzer stroomt, maar je toch een volledige wafel kan bakken.) Druk de 2 zijden van het wafelijzer niet vast op elkaar: zodat de wafel in het ijzer ruimte heeft om te rijzen.
Laat de Brusselse wafels bakken tot ze gaar zijn: dus tot wanneer er geen damp meer uit het ijzer komt. Kijk zo nu en dan of je wafels niet te donker aan het bakken zijn. Afhankelijk van wafelijzer duurt het bakken tussen de 4 en de 8 minuten per wafel.
Bestrooi je goudbruin gebakken Brusselse wafel met bloemsuiker, bespuit met slagroom of dien direct op met boter, honing en siroop. Of serveer je wafels met fruit (lekker met aardbeien en slagroom...!)