Meng alle ingrediënten van het kruimeldeeg door elkaar tot een homogeen deeg en het kruimeldeeg is klaar. Doe het in een plastiek zak of bedek met plastiekfolie en laat een nachtje in de ijskast rusten. Verdeel het de volgende dag in 2 delen en rol op een bebloemd werkvlak uit tot 2 vellen: bedek met 1 vel de bodem van een taartvorm en houd het andere vel om de gevulde taart af te dekken.

Neem een Tefal pan met brede bodem, doe er 300 gram witte suiker en 50 ml water in langs de rand gegoten. Zet het vuur halfhoog zodat de suiker langzaam kan opwarmen en langzaam kan smelten.

Stamp of hak ondertussen de noten grof. Als het suikerwater kookt en nog steeds wit van kleur is, moet je met je nootjes klaarstaan.

Als de suiker bruin begint te verkleuren, doe je de nootjes erbij. Niet roeren.

Blus de pan met 200 ml room: de suiker gaat nu stollen en de karamel gaat opnieuw smelten in de room en wordt 1 notenkaramelsaus.

Laat mooi doorkoken tot het 1 geheel wordt: een soort babelutte-snoepjes saus.

Als de room met de suiker mooi gebonden is, laat je het superhete mengsel eerst afkoelen, maar zorg ervoor dat het niet keihard wordt. Als je in Zwitserland woont, dan zet je de pan even in de sneeuw...

Schep de afgekoelde notensaus in de met kruimeldeeg bedekte taartvorm, leg er het tweede vel kruimeldeeg over en duw de randen met een vork dicht.

Bak je notentaart 35 tot 40 minuten op 200 graden en laat afkoelen: alvorens te versieren met poedersuiker of marsepein figuurtjes.