Als je vertrekt van koude melk uit de ijskast en koud kraantjeswater, doe je de melk en het water in een sauspannetje en warm je het even op alvorens er met een garde onder voortdurend roeren de gist in te verbrokkelen en op te lossen.

In een andere kom weeg je de bloem af. Maak een diep kuiltje in het midden van de bloem en voeg er 2 eitjes in hun geheel bij. Strooi het zout aan de buitenkant van de kom (zodat het zout niet rechtstreeks in contact komt met het ei noch met de gist). Giet het lauwe melk-water-gistmengsel bij in het kuiltje.

Meng het beslag met een garde of met je 2 vingers en daarna met je ganse hand door elkaar en voeg ook het snuifje suiker toe.

Als je frituurdeeg te slap is, voeg je er nog een extra lepel bloem aan toe.

Als het beslag plakkerig is maar niet te lopend (dus niet van je vingers afvloeit), dan is je frituurdeeg perfect om te laten gisten onder plastiekfolie of een handdoek op een warme plaats. Het vloeibaar oliebollenbeslag zit tussen een vast broodbeslag en een lopend pannenkoekenbeslag: het kleeft dus aan je handen vooraleer te rijzen.

Laat het beslag in een kom afgedekt met een handdoek of plastiekfolie rijzen.

Na een half uurtje of 3 kwartier rusten en rijzen: is het beslag verdubbeld. Klaar dus om te gaan bakken.

Zet de frituurketel op 180 graden.

Werk even met je handen door het deeg: zodat er wat lucht uit het beslag verdwijnt. Zo wordt het beslag hanteerbaar: ietwat slap maar zonder aan je handen te plakken. Zo gaat het beslag makkelijker zijn vorm behouden tijdens het scheppen.

Maak quenelles: schep een eetlepel van je frituurdeeg uit de kom en schep over in een andere eetlepel alvorens met behulp van de eerste eetlepel het bolletje beslag in het frituurvet te laten vallen. Je zal merken dat het beslag een extra duwtje nodig heeft van je andere lepel: alvorens in het vet te vallen.

Je zal merken dat het beslag niet vlot van de lepels schuift. Zo hoort het ook: slap deeg loopt uit en je deeghoopjes gaan plat tegen elkaar vloeien in het vet.

Zorg ervoor dat de bollen elkaar niet raken, dus doe ook niet teveel bollen in het frituurvet: vol is vol. Draai de bollen indien gewenst zo nu en dan om zodat de kans op mooie, ronde bollen groter is.

Als de oliebollen goudbruin gebakken zijn, laat je ze uitlekken op keukenpapier. Zakken de smoutebollen in tijdens het uitdruipen, dan heb je ze te snel uit het frituurvet gehaald! Serveren met poedersuiker.