Week de gedroogde champignons één uur in water.
Gebruik voor de risotto een grote, wijde pan.
Verhit daarin wat olijfolie en voeg de look en sjalot toe.
Voeg vervolgens de risottorijst toe, roer goed en laat kort glazig worden.
Doe daarna de geweekte champignons erbij en meng opnieuw goed.
Wanneer de pan wat droog wordt, giet er meteen een half glas van het champignonvocht bij, samen met een half glas witte wijn en een half Knorr-blokje groentebouillon.
Breng aan de kook. Telkens wanneer de rijst het vocht heeft opgeslorpt, voeg je opnieuw wat vocht toe (elke 5 minuten wat -100 ml- vocht van champignons en -100 ml- witte wijn).
Na 20 à 30 minuten is de rijst gaar. Voeg dan zoveel vocht en wijn toe als nodig om de risotto smeuïg te maken. Volgens de Italianen is de perfecte risotto degene die ‘zwabbert’ als je het bord wat beweegt.
Roer er op het einde extra Parmezaanse kaas door, zodat de risotto nog mooier bindt.
Serveer met fijngesnipperde salie en nog wat extra Parmezaanse kaas erbovenop.